Aardbevingen vinden plaats wanneer de platen of stenen in de aarde bewegen en plotseling breken of verschuiven onder de enorme druk die ze op elkaar uitoefenen, waardoor er schokgolven ontstaan.
De meeste aardbevingen gaan ons ongemerkt voorbij. Dagelijks vinden er duizenden aardbevingen plaats op de aarde, hiervan zijn de meeste te zwak om te voelen.
Elk jaar meten wetenschappers met geavanceerde meetinstrumenten ongeveer 500.000 aardbevingen wereldwijd. De mensen op de aarde voelen hier maar een kleine fractie van.
Als je geluk hebt is het een milde aardbeving. De grond rommelt alsof er een vrachtwagen voorbij rijdt en je slaapt onverstoord door.
Als je minder geluk hebt begint de grond hevig te schudden en wordt je huis van zijn fundering geschud. Boekenkasten vallen om, bomen vallen om, auto's worden geplet, wegen scheuren, bruggen storten in.
Wanneer na enkele seconden de aardbeving voorbij is liggen er overal gewonde en dode mensen, hele dorpen of zelfs steden zijn verwoest.
Je hebt net één van 's werelds meest gewelddadige fenomenen meegemaakt. Een aardbeving.
Elk jaar vindt er op aarde ongeveer één aardbeving plaats met een kracht van 8 op de schaal van Richter.
Aardbevingen die echt grootschalige destructie veroorzaken komen echter ongeveer één keer in de vijf jaar voor.
Deze grote aardbevingen kunnen complete steden vernietigen, dammen breken, vulkanen laten uitbarsten en landverschuivingen en enorme golven veroorzaken.
De meest dodelijke aardbeving tot nu toe gebeurde in 1557 in China. Hierbij kwamen ongeveer 830.000 mensen om het leven.
Nu komen er jaarlijks ongeveer 10.000 mensen om door het geweld van aardbevingen.